Ondersteunde communicatie

Bij ondersteunde communicatie (OC) gaat het om het ondersteunen van communicatie. Door de persoon die niet kan praten, maar ook door de omgeving. Het gaat om samen communicatie mogelijk maken. Ondersteunde communicatie kan van alles zijn, zoals gebaren, pictogrammen, spraakknoppen, liedjes, spraakcomputers en oogbesturing. 

Communiceren kan op verschillende manieren

Communiceren kan met gesproken taal, maar ook met lichaamstaal, iets aanwijzen, of met gebaren. Ook hulpmiddelen kunnen ingezet worden, denk aan pictogrammen, spraakknoppen, spraakcomputers en oogbesturing. Alle zintuigen en uitingsvormen elkaar vervangen als een ervan niet werkt. Er zijn verschillende soorten hulpmiddelen voor ondersteunde communicatie. Door ondersteunde communicatie gecombineerd aan te bieden, zijn er verschillende manieren om een begrip te leren. Denk aan een combinatie van gesproken taal, een pictogram en een gebaar. Met het Communicatie Competentie Profiel (CCP) onderzoeken wij samen wat de best passende ondersteunde communicatie is. 

Hulpmiddelen voor ondersteunde communicatie

Er zijn verschillende soorten hulpmiddelen voor ondersteunde communicatie. We maken een onderscheid tussen nontech, basictech, lowtech en hightech. 

  • Nontech

    Bijvoorbeeld gebaren, lichaamstaal en liedjes.

  • Basictech

    Bijvoorbeeld foto's en pictogrammen.

  • Lowtech

    Bijvoorbeeld spraakknoppen en een Proxtalker.

  • Hightech

    Bijvoorbeeld spraakcomputers en oogbesturing.

Voor wie is ondersteunde communicatie?

Bij Milo helpen we kinderen en jongeren die niet of nauwelijks kunnen praten én de mensen om hen heen, ook wel communicatiepartners genoemd. Als je niet of nauwelijks kunt praten, heb je vaak te maken met een communicatief meervoudige beperking (CMB). 

Een broer en zus geven elkaar een knuffel